‘Bemoeizorg? Ik noem het liever bekommerzorg’

‘Wil je het komende jaar zwanger worden?’ Volgens Eric Steegers, hoogleraar Verloskunde en Gynaecologie, moeten professionals in zorg en welzijn die vraag altijd stellen aan jonge koppels en vrouwen. Want voor een kansrijke start van kinderen moet goede zorg al vóór de zwangerschap beginnen, zo betoogt hij in zijn lezing. ‘Anders ben je gewoon te laat.’

Een kansrijke start begint voor de geboorte, hoe zit dat precies?
‘We weten dat de gezondheid van aanstaande ouders heel belangrijk is voor de groei en ontwikkeling van een ongeboren kind. Daarom is het zo belangrijk dat de zorg al voor de zwangerschap begint. Als gynaecoloog krijg ik vrouwen op mijn spreekuur die boos zijn dat niemand ze heeft verteld dat ze foliumzuur moesten slikken voordat ze zwanger waren. Ik vind die boosheid heel terecht. Want waarom heeft niemand hen gevraagd: Wil je het komende jaar zwanger worden? Dan ben je dus gewoon te laat.’

Wie zou die vraag gesteld moeten hebben?
‘Elke professional die werkt met jonge koppels of vrouwen die in de leeftijd zijn dat ze een kinderwens kunnen hebben. Een huisarts bijvoorbeeld. En dan niet alleen als iemand op het spreekuur komt voor vragen over anticonceptie, maar ook voor astmaproblemen. En een internist die al jaren een jonge vrouw met diabetes ziet, moet die vraag óók stellen.’

Is een kinderwens dan geen privézaak?
‘Men zegt inderdaad vaak: laat het zwanger worden over aan de mensen zelf, zonder ernaar te vragen. Daar ben ik het volstrekt mee oneens. Natuurlijk, je moet niet met opgeheven vinger zeggen wat mensen moeten doen. Maar ze hebben wél recht op informatie. Vervolgens mogen ze zelf weten wat ze met die informatie doen. Het blijkt dat mensen vragen over een kinderwens ervaren als blijk van belangstelling. Niet als een inbreuk op de privacy. En toch vermijden zorgverleners deze vraag.’

Hoe komt dat?
‘Zorgverleners denken vaak: als ik die vraag stel, dan moet ik daarna ook alle zorg zelf gaan geven. Maar signaleren betekent niet dat je vervolgens volledig verantwoordelijk bent. Je moet er alleen voor zorgen dat je weet waar mensen terechtkunnen. Zoals de verloskundigenpraktijk om de hoek. Als ik iemand tref die een pakje sigaretten per dag rookt, dan weet ik waar ze in Rotterdam terechtkunnen voor hulp. Vroeger moest ik dan trouwens eerst een middag rondbellen. Dus je moet wel samen met de gemeente ervoor zorgen dat de zorgpaden overal bekend zijn.’

In uw lezing pleit u ook voor sociale verloskunde. Wat houdt dat in?
‘We weten dat de groei en ontwikkeling van het ongeboren kind en de baby niet alleen worden beïnvloed door medische en biologische risico’s, maar ook door de sociale omgeving. En armoede blijkt een enorme negatieve impact te hebben. Dat vraagt om sociale verloskunde: de medische zorg rond een zwangerschap moet worden verbonden met sociaal-maatschappelijke hulpverlening, in verbinding met de JGZ.’

Waaruit blijkt dat armoede zo’n grote impact heeft?
‘Uit jarenlang onderzoek in Rotterdam. We zagen dat de babysterfte, vroeggeboorte en een te laag geboortegewicht in bepaalde Rotterdamse wijken bijna vier keer zo hoog was als gemiddeld. We dachten lange tijd dat migratie-achtergrond hierbij een grote rol speelde. Maar dat blijkt niet helemaal zo te zijn. De invloed van armoede blijkt veel groter dan we ooit dachten. En die treft vooral witte, alleenstaande, autochtone moeders. Deze mensen moeten we echt bij de hand nemen. Zoals we dat doen met het programma Moeders van Rotterdam. Mensen noemen dat weleens bemoeizorg. Ik noem het liever bekommerzorg.’

Dus professionals moeten vragen stellen, signaleren en samenwerken. Klinkt vrij simpel, toch?
‘Ja, het klinkt simpel. Maar dat is het niet. Dokters zijn conservatief als het gaat om verandering. Er is een mindsetverandering nodig, waarbij dokters ook het belang inzien van leefstijl en de sociale omgeving, naast medische en biologische risico’s rond de zwangerschap en geboorte. Ik ben hier heel stellig in: Wie als dokter geen oog heeft voor leefstijl en de sociale omgeving van mensen, levert geen goede zorg.’

Een mindsetverandering dus. Is er nog meer nodig?
‘Ja. De volgende stap is een betere verbinding tussen het sociale en medische domein. Want de signalering geldt andersom ook. Als een jong koppel bij de schuldsanering komt, moet een professional ook aandacht hebben voor een mogelijke kinderwens. Ook hier is het simpel: stel de vraag.’

U komt gedreven over. Wat is uw motivatie?
‘Dat er binnen Nederland enorme verschillen zijn in de kans op het krijgen van een gezond, kansrijk kind. Ik vind het maatschappelijk onverantwoord dat we dit toestaan. Daardoor ben ik activistisch geworden. Dat is helemaal niet gebruikelijk in de wetenschappelijke wereld. Maar ik wil iets doen met dit gevoel van onrechtvaardigheid. Want dit gaat om onze toekomstige generaties.’

Lees meer over de keynote van Eric Steegers: Het wenkend perspectief van een kansrijke start.