‘Jeugd in Onderzoek biedt bruikbare nieuwe inzichten’

Sabine Severiens
Sabine Severiens:

Ambassadeur van Jeugd in Onderzoek, hoogleraar Onderwijskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Specialisme:

Onderwijs en diversiteit met als belangrijkste thema onderwijsongelijkheid.

Waarom bent u ambassadeur van Jeugd in Onderzoek?

‘Ik vind het belangrijk dat onderzoeksresultaten van onderzoekers uit het onderwijs en de jeugdhulp gedeeld worden met de mensen die er in de praktijk mee aan de slag kunnen. Jeugdprofessionals, beleidsmedewerkers, wetenschappers, schoolleiders en bestuurders in de jeugdsector kunnen hun eigen programma samenstellen met interessante sessies. Het congres Jeugd in Onderzoek beleeft nu de zestiende editie. Het blijkt een bron van inspiratie te zijn. Dikwijls kunnen de deelnemers nieuwe inzichten de volgende dag al gebruiken in hun werk.’

Het thema van Jeugd in Onderzoek is: Gelijke kansen. Waarom dit thema?

‘Er is veel ongelijkheid tussen jongeren, terwijl alle jongeren dezelfde kansen zouden moeten krijgen. We streven immers naar een inclusieve samenleving, waarin iedereen zijn talenten optimaal kan ontwikkelen. Sommige jongeren voelen zich niet thuis in onze samenleving. Dat is een probleem dat professionals in de jeugdhulp en het onderwijs zich zeker moeten aantrekken.’

Is dat mogelijk, gelijke kansen voor alle jongeren?

‘Ongelijkheid is geen simpel probleem, anders was het al lang opgelost. Toch kunnen docenten ongelooflijk veel doen om de ongelijkheid tussen jongeren te verminderen. Dat bewijzen sommige scholen in Rotterdam Zuid waar schoolleiders en docenten erin slagen een inclusieve cultuur te creëren. Dat zie je niet alleen terug in de prestaties, maar ook in het welbevinden van de leerlingen.’

Lost tijd ongelijkheid tussen jongeren niet vanzelf op?

‘Nee, in tegendeel! Als we niets doen, wordt de ongelijkheid alleen maar groter. De huidige organisatie van het onderwijs werkt ongelijkheid in de hand. Het op 12-jarige leeftijd selecteren van kinderen vergroot de ongelijkheid bijvoorbeeld. Verder houden docenten ongelijkheid onbewust in stand. Een voorbeeld hiervan is het omgaan met meertaligheid. Op sommige scholen krijgen kinderen straf als ze op het schoolplein Turks praten. Daar gaat een boodschap vanuit. Ook hebben docenten vaak lagere verwachtingen van sommige groepen kinderen, bijvoorbeeld van kinderen met een migratie-achtergrond. Het gaat hierbij om impliciete beelden en verwachtingen.’

Hoe belangrijk is de leerkracht-leerling relatie voor gelijke kansen?

‘In de jeugdhulp is een goede samenwerkingsrelatie tussen zorgprofessionals en jongeren en hun ouders cruciaal. Annemiek Harder biedt hierover interessante eyeopeners in haar presentatie. Eigenlijk is de relatie leerkracht-leerling soortgelijk. In de praktijk blijken docenten het lastig te vinden om contact te leggen met jongeren die anders zijn dan zijzelf. Het contact is minder warm. Dat draagt eraan bij dat kinderen zich minder thuis of welkom voelen op school. Er is echt nog werk aan de winkel op het gebied van bewustwording en training van docenten. In mijn masterclass ‘Gelijke kansen – Professionalisering in het onderwijs en de jeugdhulp’ vertel ik meer over de professionalisering van leraren. Daarna wil ik een gesprek op gang brengen in het publiek over wat het onderwijs en de jeugdhulp van elkaar kunnen leren.’

Kunnen jeugdhulp en onderwijs veel van elkaar leren op Jeugd in Onderzoek?

‘Ik verwacht dat zij erg veel van elkaar kunnen leren, want professionals werken met dezelfde jongeren. Het mooie van dit congres is dat het over jeugd in brede zin gaat, dus niet alleen over onderwijs of jeugdhulp. Verder kunnen beleidsmedewerkers, onderzoekers en professionals uit het onderwijs en de jeugdhulp even in elkaars schoenen gaan staan. Door je te verplaatsen in de ander en elkaars expertise te erkennen, komen we verder.’

U bent het boegbeeld van de route ‘Jeugd’ van de Nationale Wetenschapsagenda. Staat ‘gelijke kansen’ op deze agenda?

‘Jazeker! De Nationale Wetenschapsagenda richt zich specifiek op vragen uit de maatschappij. Het is prachtig dat daar niet alleen aandacht, maar ook budget voor is. Diversiteit en ongelijkheid in het onderwijs is bijvoorbeeld een onderwerp dat leeft in de maatschappij. Op dit moment doe ik onderzoek naar het lesgeven aan superdiverse klassen vanuit het perspectief van de leerling en de docent. Ik onderzoek onder meer hoe je leraren het beste kunt voorbereiden op deze uitdagende taak. Als onderwijs-onderzoeker hoop ik op het congres Jeugd in Onderzoek ook verbinding te krijgen met onderzoekers uit de jeugdhulp, zodat we in de toekomst onderzoeksvragen kunnen combineren en gezamenlijk onderzoeksvoorstellen kunnen indienen.’

Interview: Mérie van der Rijt