‘Te veel stress op jonge leeftijd kan later voor problemen zorgen’

Carolina-de-Weerth-spreekt-op-JeugdinOnderzoek

‘De eerste 1.000 dagen zijn bepalend voor de ontwikkeling van een kind. Overmatige stress in deze periode kan zorgen voor gedrags- en gezondheidsproblemen later’, stelt Carolina de Weerth, hoogleraar psychobiologie van de vroege ontwikkeling aan het Radboud UMC Nijmegen en keynotespreker op Jeugd in Onderzoek.

Uit onderzoek blijkt dat je veel gedragsproblemen bij kinderen kunt voorkomen als je het stresssysteem van jonge kinderen sterk maakt. Daarom is optimale zorg juist in de eerste jaren belangrijk. Onderzoek wijst uit dat je aan elke euro geïnvesteerd in peuteronderwijs uiteindelijk 8 euro terugverdient. Dat komt doordat het daarna veel beter gaat met die kinderen, waardoor later minder zorg nodig is. Daarom vindt De Weerth het belangrijk dat stress in de vroege jeugd op de agenda staat bij wetenschappers, maar ook bij hulpverleners in de praktijk.

Prikkelen

De Weerth legt uit dat stress op zich niet slecht is voor kinderen. ‘Een kind in een lege kamer wordt niet uitgedaagd en zal weinig leren. Het prikkelen van het stresssysteem met spannende en zelfs een beetje enge dingen is nodig voor de ontwikkeling. Nieuwe situaties meemaken en nieuwe dingen ontdekken in een veilige omgeving is nodig voor een kind. Ouders hebben een belangrijke rol bij het bieden van veiligheid: het bufferen van het kind als de stress te hoog wordt. Daarom is het noodzakelijk dat ouders signalen van kinderen zien en kunnen interpreteren. Ouders die dit niet goed lukt, kunnen zelf stress bij het kind veroorzaken, doordat zij hun gedrag niet goed op het kind aanpassen. Hulpverleners kunnen hen hierbij helpen. Er zijn genoeg methodes die ouders helpen inzicht te krijgen in hun gedrag en de invloed daarvan op hun kind. Kortom, hulp heeft zin.’

Latere invloed

Lang niet altijd beseffen ouders en hulpverleners dat de beslissingen in de jonge jaren invloed kunnen hebben op het latere gedrag van het kind. Denk bijvoorbeeld aan het wel of niet slapen bij de ouders op de kamer. De WHO raadt ouders aan kinderen tot 6 maanden bij hen op de kamer te laten slapen. Uit onderzoek van de groep van De Weerth blijkt dat baby’s die in hun eerste half jaar meer bij de ouders hebben geslapen later beter slapen en socialer gedrag laten zien. Ze vertonen ook niet meer gedragsproblemen dan kinderen die vanaf de eerste dag alleen op een kamer slapen. Zo zijn er meer factoren die invloed kunnen hebben op de latere ontwikkeling van het kind, zonder dat ouders en hulpverleners zich daarvan bewust zijn. Bijvoorbeeld hoe lang kinderen borstvoeding krijgen en hoe vroeg ze naar de crèche gaan.

Body en mind

Te veel prikkeling waarmee kinderen niet kunnen omgaan, kan slecht zijn voor de geestelijke én de lichamelijke ontwikkeling. Er is bijvoorbeeld ontdekt dat kinderen van wie de moeders aan het einde van de zwangerschap meer stress hadden, andere soorten bacteriën in hun darmen hebben en vaker ontstekingen hebben. Uit dierenonderzoek is gebleken dat darmbacteriën de ontwikkeling van de hersenen beïnvloeden. Bij volwassenen hebben onderzoekers verbanden ontdekt tussen de darmbacteriën en depressies en angsten. De verbinding tussen body en mind blijkt veel sterker te zijn dan tot nog toe werd aangenomen. Hierover vertelt De Weerth meer in haar lezing.

Inzicht

De Weerth ziet onderzoeksresultaten als korreltjes zand waarmee je een zandkasteel kunt bouwen. ‘Niet elke uitkomst van onderzoek leidt meteen tot een nieuwe interventie in de jeugdhulp, maar het geeft wel inzicht. Dit draagt bij aan het echt begrijpen van de ontwikkeling van kinderen.’

‘Jeugd in Onderzoek is waardevol voor iedereen die werkt in de jeugdhulp of de jeugdgezondheidszorg. Voor onderzoekers is het zinvol om te horen wat er speelt in de praktijk. Daar ziet men soms verbanden die het waard zijn om te onderzoeken. Zo zijn er bij hulpverleners en clinici aanwijzingen dat kinderen met kenmerken van autisme of ADHD vaker aparte diëten hebben en spijsverteringsklachten hebben. Nu bekijken onderzoekers of ze wellicht ook andere darmbacteriën hebben en of die misschien een deel van hun gedragsproblemen kunnen verklaren.’

Carolina de Weerth geeft tijdens Jeugd in Onderzoek een lezing over stress die in de vroege jeugd ontstaat.